20 jaar linux gebruik jubileum

Inleiding

Dit jaar gebruik ik (meer dan) 20 jaar Linux als hoofdbesturingssysteem op mijn desktop(s) en/of laptop(s). In die 20 jaar heb ik veel verschillende distributies gedraaid, waaronder:

  1. Debian
  2. Ubuntu
  3. Fedora
  4. Arch
  5. Gentoo
  6. OpenSuSE

En nog veel, veel meer. In deze blog wil ik het hebben over de zaken die me zijn bijgebleven of zijn opgevallen, los van de distributie(s) van dat moment. De hoogtepunten en dieptepunten van de afgelopen jaren dus voor mij.

Om enige orde te houden zal ik proberen niet van de hak op de tak te springen maar de punten een beetje te ordenen op tijd en relevantie. Het zou je verbazen hoe relevant sommige (oude) dingen nog zijn anno 2025..

Hardwareondersteuning (vanuit fabrikanten)

Eén van de punten toen ik net (serieus) met Linux aan de slag ging was de ondersteuning voor allerlei hardware, ook vanuit fabrikanten. Het was eerder regel dan uitzondering dat als er ondersteuning was voor iets dat dit met zeer minimale (of geen) hulp vanuit de officiële fabrikant was gedaan, en de enige reden dat het werkte was omdat de verantwoordelijke (kernel)ontwikkelaar zelf het stuk hardware in kwestie had, of iemand kende ermee.

Als je dan ondersteuning of hulp zocht met harwdare bij de fabrikant kreeg je in 99 van de 100 keer het klassieke Ja maar meneer, wij ondersteunen alleen Windows te horen.

Wat ook vaak gebeurde was dat iets soort van werkte, maar vaak nét niet helemaal. Eén voorbeeld wat me nu te binnen schiet is een laptop die ik had waarvan de videokaart (een Intel kaart) deed wat die moest doen, maar geen ondersteuning had voor energiebeheer en energieprofielen. Dat hield dus in dat als de laptop aangaf (bijna) leeg te zijn (~20% lading over) en je de laptop aan de stroom hing het scherm op zwart ging. De laptop zelf was nog aan, en draaide vrolijk door, maar de schermhelderheid werd dan op 0% gezet. De enige oplossing was blind een terminal openen en het commandon ingegeven om de schermhelderheid terug op 100% te zetten. En dan maar hopen dat je het goed intypte zonder tikfouten te maken..

Dat waren tijden…

Een ander veel voorkomend iets was het ontbreken van ondersteuning voor bepaalde netwerkkaarten. Om hier omheen te werken had je NDISwrapper wat een vertaallaag was voor de Windows netwerkdrivers uit die tijd. Het nadeelm hiervan was dat het heel traag werkte en de prestaties van de netwerkkaart(en) in kwestie dus niet super was. Je mocht blij zijn als je de helft haalde van wat de fabrikant zei, en dat was in de beste gevallen.

Dat is iets wat gelukkig bijna niet meer voorkomt, Omdat Linux steeds groter en populairder aan het worden is, onder andere door Android, is het voor fabrikanten steeds moeilijker om géén (basale) driver te schrijven, publiceren en onderhouden voor hun hardware nu dan dat het 20 jaar geleden was. Al heb je altijd uitzonderingen..

Nu is het langzaam een beetje de andere kant op aan het gaan. Grote fabrikanten als HP en Dell bieden de optie om standaard Linux te installeren op bepaalde laptops. Ook hebben veel fabrikanten Chromebooks in hun assortiment, en dat zijn allemaal Linux apparaten.

Vervolgens heb je nieuwelingen als Framework die niet alleen standaard Linux ondersteunen maar ook (extra) moeite doen om ervoor te zorgen dat de hardware die ze leveren out of the box werkt met Linux, zonder poespas.

Software

Naast de ondersteuning voor software is ook de beschikbaarheid van software (vanuit fabrikanten en ontwikkelaars) een ding. 20 jaar geleden had je dit ook al, maar zag het er iets anders uit dan nu.

Veel populaire software was simpelweg niet beschikbaar voor Linux omdat het marktaandeel niet groot genoeg was om de tijd en kosten voor de ontwikkeling te verantwoorden. Als er wél ondersteuning was voor Linux was dit vaak alleen voor Ubuntu.

Nu is het probleem eigelijk hetzelfde, maar de randvoorwaarden zijn anders geworden. Veel software is beschikbaar als Flatpak. Ook alternatieve voor software is volwassener geworden in de afgelopen 20 jaar, gelukkig maar.

Veel software is nu ook beschikbaar via een webbbrowser, dit maakt het helemaal makkelijk om software uit te brengen voor allerlei besturingssystemen.

Is dit probleem dan helemaal weg? Nee, helaas niet. Software als Microsoft Office, Adobe Photoshop en andere zijn nog steeds alleen beschikbaar voor Windows en macOS, maar het aanbod wordt wel steeds groter.

Keuze is reuze

Toen ik begon met Linux had je veel keuze uit desktopomgevingen waaronder:

  1. GNOME
  2. KDE
  3. XFCE
  4. En nog veel, veel meer

Tegenwoordig heb je die nog steeds, en meer. Dat is ook meteen een van de sterktepunten én zwaktepunten van Linux: (nieuwe) gebruikers hebben (te) veel keuze wat ze kunnen gebruiken.

Dat maakt het lastig om door de bomen het spreekwoordelijke bos nog te zien, zeker als je overstapt van een systeem als Windows of macOS waar je die keuze nu eenmaal niet hebt.

Behalve dat is er de afgelopen 20 jaar wel heel veel verbeterd. Mijn eerste ervaringen met Linux was met KDE, en dat was toen redelijk stabiel. Daarna ben ik met GNMOE aan de slag gegaan maar heb ik wel gekeken naar KDE want dat kende ik al. KDE had toen net de befaamde 4.x versie uitgebracht met alle problemen die daarbij kwamen kijken. Dat was niet het toppunt van stabiele software, laten we het daar op houden.

GNOME was toen ook net in wat onrustiger vaarwater beland met de overstap van GNOME 2 naar GNOME 3 was ook niet altijd even soepel. Dat is ook de reden dat er rond die tijd zoveel nieuwe omgevingen (zoals Unity) uitgebracht werden door allerlei bedrijven en ontwikkelaars.

Meerdere alternatieven voor één ding is iets wat in de Linux wereld vaker voorkomt. Een paar voorbeelden:

En zo kan ik nog wel een (flinke) tijd doorgaan. De keuze in veel dingen is echt reuze, en dat is zowel een voordeel als een nadeel.

Gebruiksvriendelijkheid

Toen ik met Linux begon was het een heel ander systeem dan dat het anno 2025 is. Voor veel meer dingen had je de terminal nodig, denk bijvoorbeeld aan het installeren van multimediacodecs of het installeren of updaten van drivers. Tegenwoordig gaat dat vrij vlekkeloos via de verschillende software apps die beschikbaar zijn en heb je daar weinig omkijken meer naar.

Ook dingen als toegankelijkheidsopties waren toen ik begon nog zeer nieuw. Inzoomen om tekst beter leesbaar te maken was beschikbaar, maar alleen in webbrowsers en kantoorsoftware. Wilde je de tekst van het systeem zelf groter maken? Helaas. Een ander iets was hoog contrast voor visueel beperkte mensen. Ook dat was iets wat nog echt in de kinderschoenen stond. Als het werkte werkte het vaak maar met een zeer laag aantal applicaties, of werkte het met op- en aanmerkingen.

Tegenwoordig is dat, gelukkig, wel anders. Nu zijn dit zaken die standaard mee worden genomen bij het ontwikkelen van software, en dat is maar goed ook. Zo is de drempel om Linux te gaan gebruiken toch wat lager geworden.

Speelser

Toen ik met Linux begon waren dingen als visuele effecten veel groter dan nu. Een van de meest bekende stukken software om dit te regelen en te doen was Compiz Fusion en elke versie van Linux toen had dit (standaard) aan boord. Dingen als vensters die wiebelden als je ze verplaatste, vensters die sloten en letterlijk in rook opgingen, een bureaubladkubus en veel en veel meer.

Dat is de afgelopen jaren veel minder geworden. Linux is volwassener geworden, al is het niet alleen Linux. In die tijd had je Windows Vista, en dat had ook wat van dit soort visuele effecten aan boord. Dat is wel een nadeel dat het niet meer zo groot is, al heb je tegenwoordig wel software als Wayfire die dit in stand/leven houden.

Reputatie

Linux heeft de reputatie niet bepaald gebruiksvriendelijk te zijn, en alleen goed te werken bij mensen die hun computer van voor naar achter kennen en precies weten wat ze aan het doen zijn.

Dit was 20 jaar geleden misschien een beetje waar, maar anno 2025 is dat echt niet meer zo. Toen ik met Linux begon was de kwaliteit van de informatie die je (online) kon vinden niet altijd even fantastisch. Dit heeft als resultaat gehad dat ik inderdaad een paar keer een installatie om zeep heb geholpen door iets uit te voeren of te doen wat, achteraf gezien, niet verstandig was. Nu is het anders. De informatiebronnen die nu beschikbaar zijn zijn vele malen groter dan rond 2005, en veel problemen zijn lang niet meer zo complex als vroeger (heeft ook te maken met kwaliteit van sofware, zie hierboven).

Zou ik dan willen zeggen dat Linux super gebruiksvriendelijk is? Nee, dat niet. Het beloont je nog steeds als je weet wat je doet en waar Abraham de spreekwoordelijke mosterd haalt maar het is niet meer zo dat als je niet super veel verstand hebt van computers je helemaal niks kan met Linux. Nu is het meer een kwestie van rustig de tijd nemen om begrijpend te lezen wat er op het scherm staat, en dan kom je er heel vaak uit.

Probeer het zelf

Een van de voordelen van Linux is dat je het kunt proberen zonder het te hoeven installeren. Toen ik begon met Linux ging dat met een CD-ROM (en later een DVD), maar nu gaat dat met een USB stick. Zo’n beetje elke distributie ondersteunt dit en bied je hiermee de mogelijkheid om te snuffelen aan Linux voordat je de spreekwoordelijke knoop doorhakt en het installeert.

In volgorde van vriendelijkheid voor (nieuwe) gebruikers raad ik de volgende Linuxdistributies aan:

  1. Linux Mint
  2. Ubuntu Desktop
  3. Fedora Workstation

Ik heb ze zelf alledrie gedraaid, en ben sinds een paar jaar met volle tevredenheid een Fedora gebruiker.