Gebruik maken van dnf offline-upgrade op Fedora 35+

Fedora maakt sinds een aantal jaar gebruik van zogenaamde offline updates. Dit proces lijkt op het updateproces van Microsoft Windows en komt daarom vaak naar boven bij discussies. Helaas is er ook aardig wat onbegrip over het hoe en vooral het waarom.

Daarom een handleiding mét uitleg over het hoe en waarom van deze manier van je computer updaten.

Het updaten van Fedora via de commandline.

Je kunt Fedora (Workstation) perfect laten updaten via de Software applicatie. Deze zal updates die klaarstaan netjes downloaden en voorbereiden. Op het moment dat je je computer wilt afsluiten of herstarten krijg je dan de optie om eerst updates te installeren, waarna de computer zal afsluiten of herstarten afhankelijk van wat je gekozen hebt. Dit kan met een aantal commando’s ook, op meerdere manieren.

Om met de deur in huis te vallen, de manier die bij veel Fedora gebruikers bekend(er) is: het direct updaten.

Updaten met dnf update.

Dit is de directe manier. Met het uitvoeren van $ sudo dnf update --refresh worden de klaarstaande updates voor je systeem gedownload en meteen geïnstalleerd.

Updaten met dnf offline-upgrade.

Dit is de indirecte manier. Met het uitvoeren van $ sudo dnf offline-upgrade download worden alle klaarstaande updates gedownload naar een speciale map op de computer. Eenmaal gedaan worden de updatebestanden gecontroleerd of alles goed is gedownload en gebruikt kan worden. Als dit het geval is zal dnf dit melden en kun je doorgaan met de volgende stap: het installeren van de update(s).

Om dit te doen gebruik je $ sudo dnf offline-upgrade reboot om het systeem in de hiervoor bestemde update-modus te herstarten. In deze modus laad het OS alleen de zaken in die nodig zijn om de updates te kunnen installeren en zal daarna herstarten in de normale modus. Dit heeft als voordeel dat er zo min mogelijk andere software geladen wordt die het updateproces kunnen verhinderen. Hierdoor wordt de kans op fouten zo klein mogelijk.