Sinds de aankondiging van Windows 11 door Microsoft is het duidelijk geworden dat deze versie van Windows breekt met het verleden door een aantal van de hardware eisen die het stelt aan computers waarop het geïnstalleerd kan worden. De vereisten in kwestie:

Veel laptops en desktops die ongeveer een jaar of zes oud zijn hebben geen TPM 2.0, en ook niet altijd de mogelijkheid om dit later toe te voegen. Sommige machines hebben hier de mogelijkheid wel voor en er zijn nu, door verschillende fabrikanten, TPM 2.0 modules los te koop die je aan je moederbord kunt bevestigen om deze functionaliteit toe te voegen.

Het gaat echter om het (grote) aantal machines wat deze mogelijkheid niet heeft. Wat gebeurt er met deze machines als Windows 10 End of Life is? Ik vermoed een van twee dingen:

  1. De machine word afgedankt en weggegooid en een nieuwe gekocht
  2. De machine blijft in gebruik

Het is mogelijk om Windows 11 te configureren niet naar een aantal van deze “vereisten” te kijken, maar hoeveel huis-, tuin-, en keukengebruikers zullen dit weten en/of hier de moeite voor nemen om dit te doen?

Een gangbaar alternatief

Met wat ik hierboven beschreef lijkt het alsof er niet veel keus is wat te doen. Kiezen tussen twee kwaden, zeg maar. Maar wat als ik zeg dat er een alternatief is, wat (denk ik) voor het grootste deel van de computergebruikers prima bruikbaar is? Dan heb ik het natuurlijk over een Linuxdistributie als Ubuntu, Linux Mint of Fedora.

Hardwarevereisten

De meest gangbare Linuxdistributies draaien op alles van een goedkope schoollaptop tot een peperdure workstation desktop computer en alles wat daartussen zit. Voor zo’n beetje elk stuk niet-exotische hardware is er ondersteuning, en die ondersteuning wordt ook steeds uitgebreider naarmate er meer en meer aandacht komt voor Linux als besturingssysteem.

Zelfs hardware die onder Windows (of macOS) niet meer draait door gebrek aan drivers is nu beter ondersteund. Wil dat zeggen dat er geen problemen zijn? Dat helaas niet, maar als we eerlijk zijn is dat ook niet het geval met Windows of macOS. Ook daar zijn hardwareproblemen door drivers van fabrikanten. Eén voordeel van de meeste Linuxdistributies is de gemeenschap die erachter zit, waar je terecht kunt met vragen of opmerkingen en waar je in de meeste gevallen snel hulp krijgt.

Ook eventuele documentatie is vaak een sterk punt voor de gebruikers die zelf wat meer willen weten of het roer in eigen handen willen nemen. Je hebt meer vrijheid dan bij bijvoorbeeld Windows.

Wat heb je nodig?

Als je aan een Linuxdistributie wilt snuffelen kan dat zonder iets te hoeven installeren. Alle hierboven genoemde distributies kun je draaien vanaf een USB stick zonder dat je het hoeft te installeren op je computer. Dat is handig want dan kun je:

  1. Zien of het wat voor je is
  2. Zien of de gekozen distributie goed overweg kan met je hardware en je niet voor verassingen komt te staan tijdens of na de installatie

Om te kijken of het wat voor je is heb je dus de volgende dingen nodig:

Een lege USB stick van 8GB of meer

Elke USB stick van 8GB of meer werkt. Ik raad wel aan om een USB 3 stick te gebruiken, dat merk je in de snelheid. Heb je geen (lege) USB stick? Kijk dan eens bij bijvoorbeeld Bol.

De Linuxdistributie naar keuze

Dit kun je downloaden vanaf de website van de gekozen distributie. Het gaat hier om een zogenaamd ISO bestand. Om het makkelijker te maken, hier een lijstje van de distributies die hier eerder genoemd zijn:

  1. Ubuntu 23.10
  2. Linux Mint 21.2 “Victoria”
  3. Fedora Workstation 39

Een programma om het naar de USB stick te schrijven

Als je een USB stick en het ISO bestand van je gekozen distributie hebt moet je nog een stukje software hebben om het op de USB stick te schrijven. Het is niet zo dat als je het ISO bestand naar de USB stick kopieert je klaar bent. Een ISO bestand moet je op een speciale manier “schrijven” om ervoor te zorgen dat de computer het begrijpt en er wat mee kan.

Hier zijn meerdere programma’s voor die dit voor je kunnen doen, met allerlei toeters en bellen vaak. Ik hou zelf van simpele software die doet wat het moet doen en verder niets.

Ik gebruik zelf:

Het maken van de USB stick

Hoe je met Rufus een opstartebare USB stick maakt is vrij goed beschreven op andere sites en heeft een (aantal) hele goede video’s op YouTube dus dat zal ik hier niet verder bespreken.

Het opstarten vanaf de USB stick

Dit verschilt erg per computer. De meeste geven tijdens het opstarten een melding dat je op een toets (meestal del, F8, F12 of insert) moet drukken om het opstartmenu van de computer te zien te krijgen. Volg deze melding en selecteer dan de USB stick in het lijstje.

Als alles goed gaat start nu je gekozen Linuxdistributie op vanaf de USB stick en kun je, nadat het opstarten voltooid is, gaan rondkijken en de boel verkennen.

Wat nu verder?

Als je een tijdje hebt rondgekeken en de distributie naar keuze hebt uitgeprobeerd ben je bij een kruispunt aanbeland. Je kunt dan nu dus twee dingen doen:

  1. Niets, (deze) Linux(distributie) is niets voor je.
  2. Linux installeren want het bevalt erg goed en je hebt er vertrouwen in.

Niets doen

Je bent tot de conclusie gekomen dat (deze) Linux(distributie) niets voor je is. Sluit dan de computer af, haal de USB stick eruit en start de computer opnieuw op. Windows zal dan weer starten en je kunt nu verder waar je gebleven was.

Linux installeren want het bevalt erg goed en je hebt er vertrouwen in

Je bent tot de conclunsie gekomen dat (deze) Linux(distributie) iets voor je is en je hebt besloten het te installeren. Alle hierboven genoemde distributies bieden de optie om te installeren vanaf de USB stick als je die gestart hebt. Ook bieden ze de optie om te dual booten. Dit hoeft niet, het is een keuze.

Het verstandigst is om te kijken op de website van je gekozen distributie of er hulp beschikbaar is of meer informatie. Ik ben zelf erg fan van eerst zelf onderzoek doen voordat je je ergens instort, zodat ik voor zo min mogelijk verassingen kom te staan, maar dat is mijn manier van doen.